Term of the Road Dictionary
voeg
- Language : PIARC Road Dictionary / Dutch
- Theme : Wegen Aanleg Algemeen
- Definition : Scheidingslijn tussen twee aansluitende gedeelten van een of meer constructies, met inbegrip van het eventuele materiaal dat de verbinding maakt; of onderbreking in een constructie, die verschillen in beweging of gedrag tussen twee gedeelten mogelijk maakt. Toelichting: een voeg in een asfaltverharding wordt in het Nederlands ook wel een ''naad'' genoemd, en een voeg tussen twee metalen gedeelten een ''las''. CROW, Nomenclatuur van weg en verkeer (2001): 1. naad tussen twee aansluitende gedeelten van een of meer constructies. Men onderscheidt: - constructievoeg (in België ook: werkvoeg): voeg die ontstaat wanneer beton wordt aangebracht uitsluitend op een eerder aangebrachte beton- of andere verharding; - dagvoeg: voeg tussen delen van eenzelfde soort verharding die op verschillende dagen zijn aangebracht; - dwarsvoeg: voeg in de dwarsrichting van een verharding; - krimpvoeg: bewust aangebrachte verzwakking in een constructie ter beheersing van scheurvorming; - langsvoeg: voeg in de langsrichting van de verharding; - open voeg: voeg tussen twee constructiedelen die niet is afgedicht; - stortvoeg (ook: stortnaad): voeg tussen delen van eenzelfde soort verharding die niet gelijktijdig zijn aangebracht; - uitzetvoeg (ook: dilatatievoeg): voeg tussen twee delen van een verharding of een andere constructie die moet voorkomen dat bij uitzetting ontoelaatbare spanningen optreden; 2. met zand of een ander materiaal gevulde ruimte tussen de elementen van een elementenverharding. Toelichting: stootvoeg = korste voeg tussen elementen in een bestrating.